Een nieuw jaar en daarmee ook nieuwe wetgeving voor wat betreft het onroerend erfgoed die op 1 januari 2023 in werking trad. In deze bijdrage bekijken we enkele van de voornaamse wijzigingen van naderbij. Via de links ontdekt u meer informatie in onze databank.

Subsidies

We signaleren vooreerst de wijzigingen aan het subsidiebeleid. Niet onbelangrijk en volgens ons volledig terecht is het invoeren van subsidies voor erkende onroerenderfgoedgemeentes (OEG). De decreetgever merkte op dat ondanks de rol van spilfiguur die de onroerenderfgoedgemeente in het lokaal erfgoedbeleid speelt, het aantal erkende gemeentes uitbleef terwijl een significant deel van de Vlaamse gemeenten wel aangesloten is bij een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, ofwel IOED (22 OEG vs. 208 onder een IOED; Parl. St. Vl.Parl. 2021-22, 1248/1, 6). Op termijn wil Vlaanderen komen tot een versterkt lokaal onroerend erfgoedbeleid waarbij alle 13 centrumsteden OEG zijn en de overige 287 gemeenten minstens aangesloten zijn bij een IOED (Nota aan de Vlaamse Regering bij Wijzigingsbesluit).

Voortaan kunnen onroerenderfgoedgemeentes dus naast hun (uitgebreide) takenpakket ook op een subsidieondersteuning rekenen. Het subsidiebedrag verschilt naar gelang de stad of gemeente:

  1. voor Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen: 90.000 euro
  2. voor centrumsteden (Aalst, Genk, Hasselt, Kortrijk, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout) en steden waarin minstens 2 werelderfgoederen gelegen zijn: 50.000 euro
  3.  voor overige steden en gemeenten: 10.000 euro

Ook de subsidiëring voor nieuwe samenwerkingsovereenkomsten voor IOED wordt aangepast. Van een jaarlijke basissubsidie van 85.000 + vermeerderingen zullen nieuwe samenwerkingsovereenkomsten aanspraak kunnen maken op een jaarlijkse subsidie van 120.000 euro. Wel is daarbij nieuw dat de aangesloten gemeenten jaarlijks minstens eenzelfde bedrag als de Vlaamse subsidie bijdragen aan de werking.

De subsidiebedragen worden voortaan ook jaarlijks geïndexeerd (artikel 10.1.43, lid 2 OEB).

Erkenning OEG en IOED

De procedures voor erkenning als een OEG en IOED wijzigen ook. Daarbij worden onder meer de erkenningscriteria herschreven. Ook wordt het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed voortaan vervroegd ingewonnen tijdens de erkenningsprocedure. Verder zijn er voortaan ook regels wanneer een OEG fuseert met een of meer andere gemeenten. In dat geval wordt de bestaande erkenning namelijk automatisch overgedragen naar de nieuw gevormde gemeente.

Overgangsmaatregelen

Voor IOEDs die al een erkenning kregen voor 1 januari 2026 of die een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten voor die datum, gaan de nieuwe bepalingen over erkenning en subsidiëring pas in op 1 januari 2027. Tot dan werken zij volgens de regels die golden op het moment van hun erkenning en sluiten van de samenwerkingsovereenkomst.

Inventarissen

Verder van belang zijn de aanpassingen aan de inventarissen en de rechtsgevolgen daarvan. De vastgestelde inventarissen vormen één van de pijlers uit het Onroerenderfgoeddecreet. Dat zijn inventarissen waarop de erfgoedwaarde van het onroerend goed staat beschreven. Onder meer de zorgplicht en motiveringsplicht gelden ten gevolge van deze inventarisering.

Enkele voorname wijzigingen sinds 1 januari 2023 zijn:

  • het samenvoegen van de oude inventaris voor houtige beplantingen met erfgoedwaarde en de inventaris van historische tuinen en parken tot een nieuwe inventaris van landschappelijk erfgoed
  • extra bevoegdheden voor onroerenderfgoedgemeentes:
    • ze kunnen voortaan items vaststellen op de inventaris van bouwkundig erfgoed en de nieuwe inventaris van landschappelijk erfgoed
    • ze kunnen aan deze vaststelling een toelatingsplicht koppelen (vergelijkbaar met de bestaande toelatingsplicht voor beschermd onroerend erfgoed)
    • ze verlenen een advies als er een vergunning vereist is voor de handeling aan een toelatingsplichtig geïnventariseerd erfgoed

Herschrijven meldingsprocedure

Tot slot vermelden we nog dat de meldingsprocedure voor handelingen aan beschermde stads- en dorpsgezichten is herschreven. Zo zal er voortaan de mogelijkheid bestaan om via een digitaal platform melding te doen van handelingen aan of in beschermde stads- of dorpsgezichten. Ook de dossiersamenstelling wordt verder afgestemd op die van de toelatingsprocedure.


zie in dit verband de opinie Vermeldingswaardig: de meldingsprocedure bij handelingen aan beschermde stads- en dorpsgezichten


Wijzigingsregelgeving

Decreet van 10 juni 2022 tot wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de uitvoering van de Visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid en de toekenning van beboetingsbevoegdheid aan de gewestelijke beboetingsentiteit

Besluit van 2 september 2022 wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 wat betreft de uitvoering van de Visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid en wijziging van diverse besluiten