Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) van 2 februari 2023, nr. A-2223-0502. In deze zaak oordeelt de Raad onder meer over een wijzigingsverzoek als vergunningsvoorwaarde.

In deze zaak verleent de deputatie een omgevingsvergunning onder voorwaarde van de opmaak van een behoorlijk groenaanlegplan. Volgens de vergunningsvoorwaarden moet de vergunninghouder dat plan en een gewijzigde projectinhoud ook nog indienen via een wijzigingsverzoek.

De Raad vernietigt de omgevingsvergunning en spreekt zich onder meer uit over:

  1. het gebruik van het wijzigingsverzoek
  2. de kenmerken van vergunningsvoorwaarden

1. Wijzigingsverzoek

Tijdens een vergunningsprocedure kan een vergunningsaanvrager een wijzigingsverzoek indienen (artikel 30 of 64 OVD). Dit geldt ook voor de vereenvoudigde procedure. Al mag dit niet leiden tot een verplicht openbaar onderzoek. Zo is een openbaar onderzoek niet nodig wanneer de wijzigingen:

  • geen afbreuk doen aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening
  • tegemoet komen aan de adviezen, de standpunten, opmerkingen en bezwaren uit het openbaar onderzoek
  • kennelijk geen schending van de rechten van derden met zich meebrengen

De Raad oordeelt hier dat met rechten van derden de regelgever niet de burgerlijke rechten bedoelt. Het bestuur verleent namelijk een omgevingsvergunning onder voorbehoud van burgerlijke rechten (artikel 78 OVD). Een aangepast plan kan de burgerlijke rechten dan ook niet schenden.

Eén wijzigingsverzoek of gewijzigde projectinhoud in deze zaak heeft de deputatie nooit aanvaard. Integendeel, de deputatie legt een wijzigingsverzoek op in een vergunningsvoorwaarde. Al is een wijzigingsverzoek na de beslissing tot het verlenen van een omgevingsvergunning niet meer mogelijk. Een vergunningverlenende overheid kan een wijzigingsverzoek dus niet opleggen in een voorwaarde.

2. Voorwaarden

Alleen wanneer aangevraagde stedenbouwkundige handelingen in strijd zijn met de stedenbouwkundige voorschriften of de goede ruimtelijke ordening, is het opleggen van voorwaarden mogelijk (artikel 4.3.1 §1 VCRO). Vergunningsvoorwaarden dienen dus om een aanvraag vergunbaar te maken.

Een voorwaarde kan een beperkte planaanpassing zijn (artikel 4.3.1 §1 lid 2 en 3 VCRO. Al is een planaanpassing maar mogelijk volgens de bepalingen van artikel 30 of 64 OVD, het wijzigingsverzoek.

Voorwaarden in een omgevingsvergunning hebben ook bepaalde kenmerken (artikel 74 OVD). Ze zijn:

Voorwaarden mogen daarnaast niet afhankelijk zijn van een bijkomende beoordeling door de overheid. De Raad oordeelt dat de vergunningverlenende overheid ook daarom een wijzigingsverzoek niet kan opleggen als vergunningsvoorwaarde. De vergunningverlenende overheid moet een wijzigingsverzoek namelijk nog uitdrukkelijk aanvaarden en is daartoe zelfs niet verplicht. Een wijzigingsverzoek als voorwaarde is om meerdere redenen dan ook onuitvoerbaar.

Tot slot acht de Raad de voorwaarden in deze zaak ook onvoldoende precies. Temeer omdat de deputatie niet bepaalt wat de inhoud van een behoorlijk groenaanlegplan moet zijn.

Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over de voorwaarden en de lasten vinden onze klanten in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag zeker een demo aan!