Op 24 januari 2024 nam het Vlaams Parlement het nieuwe voorstel van Stikstofdecreet aan. Dit ondanks de kritische opmerkingen uit het nieuwe advies van de Raad van State. De rechtszekerheid van het aangenomen decreet blijft een aandachtspunt.

Het nieuwe Stikstofdecreet

Het nieuwe Stikstofdecreet behandelt samengevat de verplichte reductie van de stikstofuitstoot. Het vormt in haar kern een nieuw vergunningenkader voor alle activiteiten die stikstof uitstoten. Als de stikstofimpact van een bedrijf onder een impactscore blijft, is een passende beoordeling niet nodig. De strengere drempel voor de landbouw motiveert het decreet door de grotere impact van deze industrie.

Het doel van dit decreet is de verankering van een aantal onderdelen van de programmatische aanpak stikstof. Dit voor de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor Europees beschermde natuur. De emissie-inschattingen gebeuren door emissiemodellen die de decreetgever regelmatig bijstelt op basis van de laatste wetenschappelijke kennis.

Op 18 januari 2024 keurde het Vlaamse Parlement al een reeks overgangsmaatregelen goed. Deze laten toe om de vergunningstermijn te verlengen voor de hernieuwing van exploitatievergunningen voor landbouwbedrijven. Meer daarover kun je hier nalezen.

Advies Raad van State

De Raad van State heeft op 22 januari 2024 advies uitgebracht. Ze ging daarbij in op een aantal nieuwe amendementen bij het voorstel van Stikstofdecreet.

Als algemene opmerking is de Raad kritisch voor het gebruik van het begrip impactscore. Deze impactscore heeft volgens de Raad maar een relatieve waarde. Daarom ziet ze niet in hoe dit een pertinent criterium kan zijn bij een vergunningverlening. Deze moet immers verlopen volgens artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn (omgezet naar artikel 36ter Natuurdecreet).

Deze impactscore is zo relatief dat ze niet relevant lijkt. Het doel is immers om zekerheid te krijgen dat er geen aantasting zal zijn van de natuurlijke kenmerken van het gebied. Ook biedt het geen zekerheid over de realisatie van een goede staat van instandhouding. Daarnaast zou het voorstel niet voldoende letten op de hele stikstofdepositie.

In een eerder advies van de Raad van State kwam de impactscore ook al naar voor als aandachtspunt. Meer daarover kun je hier nalezen.

Verder gaat de Raad ook in op de bedoeling van de amendementen. Deze willen een overschrijding van de kritische depositiewaarde decretaal valideren tot 1 januari 2045 voor stikstofgevoelige habitats van de A-habitattypes. Voor stikstofgevoelige habitats van de B-habitattypes gebeurt dit tot 1 januari 2050. Dit botst met het streefdoel van het decreet om een dalende depositietrend na te leven. Dit lijkt niet de bedoeling te zijn volgens artikel 6 lid 2 Habitatrichtlijn.

Deze manier van aanpak kan volgens de Raad zorgen voor een langdurige, verdere overbelasting van speciale beschermingszones. Dit zonder een verder onderzoek naar de gevolgen van die toename. Er gebeurde ook geen verder onderzoek naar de handhaving van de stikstofdepositie van een bepaald project voor de betrokken speciale beschermingszone.

De juridische draagkracht van het decreet vormt dus nog steeds een gevoelig aandachtspunt. Het valt nog af te wachten of het overeind blijft. De redactie van Schulinck Omgevingsrecht volgt dit verder op.