Het heikele pad van stikstof

Stikstof staat de voorbije jaren hoog op de agenda. Sinds het stikstofarrest van 25 februari 2021 (nr. RvVb A/2021/0697) bleek de destijds geldende Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) onwerkbaar.

De minister vaardigde in reactie daarop een ministeriële instructie uit met een tijdelijk beoordelingskader. De minister trok deze evenwel in, wederom naar aanleiding van een kritisch arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb 27 oktober 2022 RvVb-A-2223-0165).

Intussen keurde de regering wel een definitieve Programmatische Aanpak Stikstof (link) goed. Hiervoor is echter nog een decretale ingreep nodig.

In afwachting van een decretale oplossing keurde de Vlaamse regering een tijdelijk beoordelingskader goed op 16 juni 2023. Dat beoordelingskader zou kunnen gelden tot eind 2024. Maar dit besluit is intussen nog steeds niet definitief goedgekeurd.

Een (werkbaar) beoordelingskader voor de afweging van stikstofeffecten ontbreekt momenteel dus.

(nieuwe) overgangsmaatregelen

Om tegemoet te komen aan de rechtsonzekerheid stemde het parlement in met overgangsmaatregelen voor het hernieuwen van landbouwbedrijven (link). Een verlenging van de vergunningstermijn was daarmee mogelijk tot 31 december 2023.

Ook in 2024 zet het parlement deze overgangsmaatregelen voort. Op 16 januari 2024 werd het wijzigingsdecreet inzake de overgangsmaatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Het decreet verlengt retroactief vanaf 30 november 2023 de overgangsmaatregelen en wijzigt daarmee artikel 394/2 OVD. Verlengingen zijn voortaan mogelijk tot en met 31 december 2024.

Verlengingscriteria

Volgende criteria gelden (artikel 394/2 §1, lid 1 OVD):

  1. de vergunning gaat over een ingedeelde inrichting of activiteit die stikstofemissies veroorzaakt
  2. de vergunningstermijn is:
    1. verstreken in 2021 of 2022 en er werd ten minste vóór de einddatum van de vergunning een hernieuwingsaanvraag ingediend waarover nog geen definitieve beslissing werd genomen
    2. verstreken of verstrijkt in 2023 of 2024
  3. de aanvrager dient een verzoek tot verlenging van de vergunningstermijn waarvan de bevoegde overheid uitdrukkelijk akte neemt
  4. de aanvrager dient het verzoek in uiterlijk op de dag voor het verstrijken van de lopende vergunningstermijn.

Opmerkelijk is dus dat hernieuwingen voor IIOA nu ruimer zijn. Waar de overgangsmaatregelen vroeger enkel mogelijk waren voor veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties, zullen de overgangsmaatregelen nu mogelijk zijn voor alle ingedeelde inrichtingen die stikstofemissies veroorzaken.

Procedure

De bevoegde overheid neemt binnen 30 dagen uitdrukkelijk akte van het verzoek tot verlenging als die aan de bovenstaande criteria voldoet. Deze termijn gaat in de dag na de datum van de melding.

Als de aanvrager het verzoek tijdig indient (uiterlijk op de dag voor het verstrijken van de lopende termijn), dan mag de stedenbouwkundige handeling in stand gehouden worden en de IIOA verder geëxploiteerd worden in afwachting van de aktename.

De uitdrukkelijke aktename geldt als bevestiging dat de milieuvergunning of omgevingsvergunning is verlengd.

De bevoegde overheid maakt de aktename bekend gelijk aan de bekendmakingsregels voor vergunningsaanvragen zonder openbaar onderzoek (artikel 394/2 §2 OVD).

Verval en hernieuwing

Deze overgangsmaatregelen doen geen afbreuk aan de vervalregels voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten (artikel 394/2 §3 OVD). Een vervallen omgevingsvergunning voor IIOA blijft dus vervallen.

Het wijzigingsdecreet wil ook de hernieuwing van omgevingsvergunningen vergemakkelijken. Het recht om een inrichting verder te exploiteren lopende een hernieuwingsaanvraag kan normaliter enkel als die hernieuwing minstens 12 maanden tevoren wordt aangevraagd (artikel 70 §1, lid 2 OVD). Het wijzigingsdecreet schrapt deze voorwaarde voor IIOA die stikstofemissies veroorzaken. Het volstaat dat de hernieuwing uiterlijk voor de einddatum wordt ingediend (artikel 394/2 §4 OVD; Parl.St. Vl.Parl. 2023-24, nr. 1894/1, 4-5).

Bijzonderheden

Voor vergunningen waarvan de termijn is verstreken voor de inwerkingtreding van dit wijzigingsdecreet of waarvan de termijn verstrijkt uiterlijk op 31 januari 2024, kan het verzoek alsnog worden ingediend tot uiterlijk 1 maart 2024 (artikel 394/2 §1, lid 2 OVD).

Reeds verlengde vergunningen worden van rechtswege verlengd tot en met 31 december 2024 (artikel 394/2 §1, lid 3 OVD). Exploitanten moeten immers 1 maand op voorhand de hernieuwing indienen. Door de retroactieve werking op 30 november 2023 kunnen vergunningen die al verlengd waren tot 31 december 2023 van rechtswege verlengd worden. Deze exploitanten moeten niet opnieuw een verzoek tot verlenging of hernieuwing indienen (Parl.St. Vl.Parl. 2023-24, nr. 1894/1, 9).