Vraag: Mag het CBS een voortoets van vóór het Stikstofarrest nog in overweging nemen bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag?

Antwoord:

Neen, volgens de Raad voor Vergunningsbetwistingen volstaat de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) niet als instrument om de betekenisvolle effecten van een aanvraag te beoordelen. Het is daarbij irrelevant of een voortoets dateert van vóór of na het Stikstofarrest.

Een beslissing op grond van de inmiddels offline gehaalde voortoets kan immers ook aan de strenge criteria van de RvVb onderworpen worden.
Uit het Stikstofarrest van 25 februari 2021 (nr. A/2021/0697) volgt namelijk dat het louter verwijzen naar de drempelwaarden van de PAS niet volstaat om een aanvraag uit te sluiten van een passende beoordeling van de betekenisvolle effecten op de nabijgelegen natuur (artikel 36ter Natuurdecreet).

De aanvrager kan zich enkel nog steunen op een programmatische aanpak voor zover het wetenschappelijk en objectief bewezen is dat er onder de grenswaarden geen gevaar is voor betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszones.

Bij gebrek aan een degelijke wetenschappelijke en objectieve onderbouwing van de PAS, kan een bestuur dus bij de habitattoets niet zonder meer steunen op de drempelwaardes uit het instrument. De gemeente zal dan zelf concreet moeten onderzoeken of uit de voortoets of de passende beoordeling uit het dossier al dan niet volgt dat een vergunningsaanvraag betekenisvolle effecten heeft op de speciale beschermingszones.

Bovendien zal ook moeten blijken dat de cumulatieve effecten met andere inrichtingen afdoende werden getoetst en beoordeeld.

Wilt u direct antwoord op uw vragen?

Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u binnen 48u een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord.

Ontdek het zelf via onze database. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!