Om optimaal het omgevingsrecht toe te passen is inzicht in de praktische kant broodnodig. Daarom publiceren we wekelijks een veelgestelde vraag van onze klanten.

Deze week is dat de volgende vraag:

Vraag: Wanneer start het verval van een omgevingsvergunning voor het slopen van een gebouw?

Antwoord: De omgevingsvergunning vervalt als de afbraak niet gestart is binnen de 2 jaar na het verlenen van de vergunning of meer dan 3 opeenvolgende jaren wordt onderbroken.

In tegenstelling tot de vervaltermijnen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw, is er bij het slopen van een gebouw geen decretale equivalent voor de vervaltermijn van 5 jaar voor het winddicht maken.

Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vervalt automatisch in 3 situaties (artikel 99 § 1 OVD):

  • als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de 2 jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning
  • als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan 3 opeenvolgende jaren wordt onderbroken
  • als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen 5 jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning

Ieder van die termijnen volstaat om het verval te doen ingaan. Een bedrieglijke houding van de vergunninghouder kan dit niet omzeilen, een geveinsd begin van de werken wordt immers niet aanvaard door de rechtspraak (RvS 12 januari 1995, nr. 51.108).

Meer informatie over het verval van de omgevingsvergunning staat op volgende pagina’s in Schulinck Omgevingsrecht.

Wist u dat?

Naast de meest actuele informatie, krijgt u met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht ook toegang tot onze helpdesk. Daarmee bezorgen onze experten u binnen de 2 werkdagen een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord op al uw omgevingsrechtelijke vragen.

Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!