Om optimaal het omgevingsrecht toe te passen is inzicht in de praktische kant broodnodig. Daarom publiceren we wekelijks een veelgestelde vraag van onze klanten.

Deze week is dat de volgende vraag:

Wat is het verschil tussen de volledigheid en de ontvankelijkheid van een vergunningsaanvraag?

Antwoord: De volledigheid gaat over de samenstelling en de ontvankelijkheid over het voorwerp van de aanvraag.

Allereerst moet de bevoegde overheid de volledigheid en ontvankelijkheid van een vergunningsaanvraag beoordelen. Het resultaat daarvan moet ten laatste binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager bezorgd worden (artikel 19 lid 1 OVD; artikel 32 §3 OVD resp. artikel 38 lid 2 OVD; artikel 46 §1 lid 2 OVD).

Die beoordeling  valt uit elkaar in 2 luiken:

  • Een correcte samenstelling van het dossier enerzijds (volledigheid)

Ten eerste moet een omgevingsvergunningsaanvraag namelijk worden samengesteld volgens de vastgestelde addenda, plannen en formulieren (artikel 15 OVB).

Als de aanvraag daar niet aan voldoet is ze onvolledig, maar kan ze op vraag van de bevoegde overheid wel vervolledigd worden (artikel 19 lid 2 OVD resp. artikel 38 lid 2 OVD).

Ter info: Recent aanvaardde de Raad voor Vergunningsbetwistingen evenwel dat bijvoorbeeld een (gemeentelijke) stedenbouwkundige verordening de dossiersamenstelling van een aanvraag kan beïnvloeden (RvVb 10 februari 2022, nr. A-2122-0450).

  • Een correcte samenstelling van het project anderzijds (ontvankelijkheid)

Daarnaast omvat een omgevingsvergunningsaanvraag, op straffe van onontvankelijkheid, alle onlosmakelijk met elkaar verbonden aspecten. Al deze aspecten moeten dus in één gezamenlijke vergunningsaanvraag ingediend worden (artikel 7 §2 lid 1 OVD).

Als de aanvraag daar niet aan voldoet is ze bijgevolg onontvankelijk, wat in principe niet rechtgezet kan worden.

Goed om te weten

De onbevoegdheid van de overheid leidt daarentegen niet tot de onontvankelijkheid van een vergunningsaanvraag. Wanneer de overheid vaststelt dat ze onbevoegd is, moet zij de aanvraag namelijk (onmiddellijk) doorsturen naar de bevoegde overheid (artikel 22 OVD (GVP) of artikel 41 OVD (VVP).

Tot slot is een onvolledigheids- of onontvankelijkheidsverklaring een ‘in laatste aanleg genomen beslissing’, waartegen de vergunningsaanvrager een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen kan indienen (RvVb 27 augustus 2019, nr. A-1819-1344; RvVb 7 januari 2021, nr. A-2021-0494; RvVb 22 juli 2021, nr. A-2021-1227).

Wist u dat?

Naast de meest actuele informatie, krijgt u met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht ook toegang tot onze helpdesk. Onze experten bezorgen u daarmee binnen de 2 werkdagen een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord op al uw omgevingsrechtelijke vragen.

Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan of vul onderstaand formulier in!