Vraag: Moet het planologisch attest aangevraagd worden door de eigenaar van de gronden?

Antwoord: Neen. De aanvrager moet wel een ter plaatse gevestigd bedrijf zijn.

Het planologisch attest wordt immers aangevraagd door en voor het ter plaatse gevestigd bedrijf. Vereist is wel dat het bedrijf is onderworpen aan de vergunnings- of meldingsplicht voor de exploitatie van haar ingedeelde inrichting of activiteit of een volwaardig landbouw- of tuinbouwbedrijf is (artikel 4.4.24, lid 4 VCRO).

De aanvrager van het planologisch attest moet, op straffe van onontvankelijkheid, bovendien bewijzen op de site bedrijfsactiviteiten te hebben (artikel 4.4.24, lid 4 VCRO; artikel 4, 1° Besluit Planologisch Attest). Het planologisch attest is derhalve een beslissing met individuele draagwijdte en een persoonlijk karakter (RvS 4 maart 2013, nr. 222.715).

De aanvraag moet daarnaast een (uittreksel uit het) kadastraal plan  bevatten. Op dat plan moeten vervolgens de percelen aangeduid worden waarop (i) het bestaande bedrijf zich bevindt en (ii) een eventuele gewenste uitbreiding zou plaatsvinden (artikel 2, 3° Besluit Planologisch Attest).

Op basis hiervan, stelt de bevoegde overheid alle aanpalende eigenaars van de percelen waarop het bestaande bedrijf zich bevindt en de percelen waarop een eventuele gewenste uitbreiding plaatsvindt, in kennis van het openbaar onderzoek (artikel 9 Besluit Planologisch Attest).

Een (voorafgaandelijk) akkoord van de aanpalende eigenaars is echter niet vereist. Zij kunnen wel desgewenst een bezwaar indienen gedurende het te organiseren openbaar onderzoek.

Meer informatie over het planologisch attest vindt u op deze pagina op Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!