Sinds 30 december 2017 vormen voorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar geen weigeringsgrond meer bij vergunningsaanvragen (artikel 4.3.1 §1, 1° b) VCRO). Dit geldt zowel voor de tekstuele verkavelingsvoorschriften als voor de visuele verkavelingsplannen (RvS 23 maart 2021, nr. 250.183).

In de praktijk komt dit erop neer dat vergunningaanvragers deze verkavelingsvoorschriften naast zich neer kunnen leggen. Ze moeten zelfs geen concrete afwijking vragen. Dit betekent evenwel niet dat de oude verkavelingsvoorschriften daarom niet meer zouden bestaan. Verkavelingen ouder dan 15 jaar verdwijnen immers niet en behouden hun verordende kracht. Ze worden alleen, wanneer de aanvrager daarvoor kiest, buiten beschouwing gelaten. Meer hierover staat in de opinie (Beperkt) afwijken van vijftien jaar oude verkavelingen.

Geen leeftijdsdiscriminatie

Het Grondwettelijk Hof oordeelde vorig jaar nog dat het verschil in behandeling tussen verkavelingen ouder en minder dan 15 jaar het gelijkheidsbeginsel niet schendt (GwH 16 september 2021, nr. 115/2021). Het niet meer toepassen van oude verkavelingen zou het ruimtelijk rendement namelijk kunnen verhogen en de open, niet-bebouwde ruimte, vrijwaren (Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 1149/1). Oude verkavelingen zouden bovendien nieuwe beleidsvisies over de ruimtelijke ordening kunnen belemmeren.

Hallo, gewestplan hier!

Gevolg: Wanneer een aanvrager zich niet wenst te houden aan verkavelingsvoorschriften, moet hij voor een concrete aanvraag kijken naar het onderliggende bestemmingsplan. Maar of het gewestplan, dat evenzeer gebreken kent, dan een antwoord biedt op het verhogen van het ruimtelijk rendement?

Wijsheid komt met de jaren

Met de wijziging eind 2017 en het arrest van het Grondwettelijk Hof in 2021 stellen we ons de vraag: Wat is een niet-vervallen verkaveling ouder dan 15 jaar nog waard wanneer ook de gemeenteraad de verkaveling links laat liggen?

De wijziging van artikel 4.3.1 §1 VCRO had namelijk als doel het bevorderen van het ruimtelijk rendement, al wordt het links laten liggen van de oude verkavelingen niet alleen daarvoor gebruikt (Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 1149/1).

Om nog actuele voorschriften van meer dan 15 jaar oude verkavelingen te kunnen toepassen, zijn dan ook enkele beschermingsmechanismen voorzien (artikel 4.3.1 §1 lid 4 en §2 lid 1, 3° VRCO).

  1. Zo vormen verkavelingsvoorschriften inzake openbaar groen of wegenis nog steeds een weigeringsgrond, ongeacht de leeftijd van verkaveling
  2. Ook kan de gemeenteraad beslissen om voorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar in het algemeen te behouden als weigeringsgrond. Dit vereist een gemotiveerde gemeenteraadbeslissing op basis van artikel 4.3.1 §1 lid 4 VCRO.
  3. In een concrete vergunningsaanvraag heeft het CBS tot slot nog de mogelijkheid om te verwijzen naar verkavelingsvoorschriften ouder dan 15 jaar die nog steeds de criteria van de goede ruimtelijke ordening weergeven.

…maar ouderdom komt met gebreken

Ook buiten de vergunningsprocedure kennen meer dan 15 jaar oude verkavelingen nog een rol, al ebt ook daar het belang weg.

Vooreerst bepaalt artikel 4.4.1 §3 lid 1 VCRO dat sommige onderhoudswerken en vrijgestelde handelingen niet strijdig zijn met meer dan 15 jaar oude verkavelingen. Dit volgt eveneens uit artikel 1.4 Vrijstellingsbesluit. De logica hiervan is niet ver te zoeken wanneer de voorschriften ook geen weigeringsgrond meer vormen bij vergunningsplichtige handelingen. Het Vrijstellingsbesluit is dus van toepassing, ondanks een strijdigheid met voorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar.

Daarnaast is het uitvoeren van niet-vergunningsplichtige handelingen in strijd met een meer dan 15 jaar oude verkaveling geen stedenbouwkundig(e) misdrijf en inbreuk (artikel 6.2.1 en 6.2.2 VCRO). Dit volgt ook uit artikel 4.4.1 §3 lid 3 VCRO dat bepaalt dat niet-vergunningsplichtige handelingen niet strijdig zijn met meer dan 15 jaar oude verkavelingen, tenzij de voorschriften deze handelingen uitdrukkelijk en specifiek beperken of verbieden.

Wat is evenwel de waarde van deze bepaling voor de verkavelingen ouder dan 15 jaar? De voorschriften vormen geen weigeringsgrond meer bij een strijdige vergunningsaanvraag. Evenmin lijkt de verbalisant ruimtelijke ordening te kunnen optreden, omdat enkel vergunningsplichtige handelingen in strijd met verkavelingen een stedenbouwkundig misdrijf zijn.
Hierbij geldt 1 kanttekening: (ook niet-vergunningsplichtige) handelingen in strijd met verkavelingen opgemaakt volgens het DRO 1996 zijn een stedenbouwkundig misdrijf, al sluit artikel 4.4.1 §3 lid 3 VCRO de meeste niet-vergunningsplichtige handelingen dus uit (artikel 6.2.1, 4° VCRO).

Meer hierover lees je in de Vraag van de week: Is elke handeling zonder of strijdig met een omgevingsvergunning een stedenbouwkundig misdrijf?

Niet-vergunningsplichtige handelingen > vrijgestelde handelingen

Opmerkelijk is dus de vaststelling dat

  1. van vergunning vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen niet strijdig zijn met oude verkavelingen
  2. niet-vergunningsplichtige handelingen die uitdrukkelijk en specifiek zijn beperkt of verboden wel strijdig zijn met oude verkavelingen

Volgens de parlementaire voorbereidingen was het immers niet opportuun om gemeenten elke mogelijkheid te ontnemen om nog beleid te voeren inzake niet-vergunningsplichtige handelingen (Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 1149/1). In punt 2, wanneer de verkaveling werd opgemaakt volgens het DRO 1996, is er zelfs sprake van een stedenbouwkundig misdrijf.

Toepassingsvoorwaarden Meldingsbesluit

Tot slot blijkt artikel 6 Meldingsbesluit uit het oog verloren. Dit artikel bepaalt dat het Meldingsbesluit niet van toepassing is wanneer de handeling strijdig is met verkavelingen. Er wordt geen onderscheid gemaakt in leeftijd, al heeft deze bepaling niet veel waarde wanneer oude verkavelingen in beginsel geen weigeringsgrond meer vormen bij een strijdige vergunningsaanvraag.

Wel is het zo dat voor vergunningsaanvragen vanaf 1 augustus 2018 die afwijken van de voorschriften van oude verkavelingen de gewone vergunningsprocedure van toepassing is (artikel 13 OVB). De afwijking is, ondanks het feit dat de voorschriften geen weigeringsgrond meer vormen, m.a.w. wel onderworpen aan een openbaar onderzoek.

Besluit: (Quasi) dode letter

Door het wegduwen van de meer dan 15 jaar oude verkavelingen, degradeert de regelgever deze in de meeste gevallen tot dode letter. De opgesomde uitzonderingen maken het de lokale besturen in een rechtstak dat al zeer complex is, niet makkelijker. Het vraagt vooral lokaal initiatief om helderheid te creëren voor de burger… en voor de gemeente zelf. Het lot van meer dan 15 jaar oude verkavelingen ligt dan ook grotendeels in handen van de gemeenteraad.

Wilt u direct antwoord op uw vragen?

Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u binnen 2 werkdagen een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord.

Ontdek het zelf via onze database. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!