Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van 22 september 2022 (nr. A-2223-0067). De Raad voor Vergunningsbetwistingen beoordeelt daarin de toepassing van de afwijkingsbepaling uit de Hemelwaterverordening.


Hemelwaterverordening

Handelingen die vallen onder de Hemelwaterverordening moeten zorgen voor een infiltratievoorziening, tenzij het goed kleiner is dan 250 m² (artikel 10 §1 Hemelwaterverordening).

Er geldt een uitzondering wanneer het goed gelegen is in een beschermingszone type I of II van een drinkwaterwingebied. In dat geval moet een buffervoorziening worden geplaatst (artikel 10 §2 Hemelwaterverordening).

De bevoegde overheid kan alleen afwijken van de Hemelwaterverordening als dat verantwoord of noodzakelijk is om specifieke redenen:

  • de mogelijkheden tot hergebruik van het hemelwater
  • de plaatselijke terreinkenmerken

Het bestuur moet bij de afwijking ook rekening houden met de relevante bepalingen uit titel I van het Waterwetboek en in het bijzonder met de watertoets bepaald in artikel 1.3.1.1 (artikel 13 Hemelwaterverordening)

Toepassing in concreto

In het betrokken dossier verleent de bevoegde overheid een omgevingsvergunning voor de bouw en exploitatie van appartementen, een school, een supermarkt en een ondergrondse parking. Volgens de Hemelwaterverordening moet het ontwerp een infiltratievoorziening bevatten. Omdat het project echter het volledige perceel onderkeldert, staat het bestuur een afwijking toe. In plaats van een infiltratievoorziening gaat de bevoegde overheid akkoord met enkele buffervolumes.

De RvVb volgt de vergunningverlenende overheid niet. De Raad stelt vast dat deze motivering niet gerelateerd is aan het hergebruik van hemelwater of de plaatselijke terreinkenmerken. Dat het volledige perceel onderkelderd is, is een projectspecifiek kenmerk. Dit gegeven vloeit immers voort uit de keuze en vormgeving van het aangevraagde project.

Bovendien heeft het bestuur ook geen rekening gehouden met de principes en doelstellingen inzake het integraal waterbeleid. Door buffervoorzieningen toe te staan als compensatie voor de infiltratie van hemelwater, laat het bestuur de doelstellingen van het integraal waterbeleid, namelijk om het risico op waterschaarste terugdringen, buiten beschouwing. De Hemelwaterverordening stelt immers principieel de infiltratie in de bodem voorop en voorziet alleen een aantal uitzonderingen en een afwijkingsmogelijkheid die beperkt is tot uitzonderlijke gevallen. Het bestuur heeft zich daarentegen enkel laten leiden door projectspecifieke kenmerken.


Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over de Hemelwaterverordening en de toekomstige regelgeving vindt u in Schulinck Omgevingsrecht.