Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) van 1 december 2022 (nr. A-2223-0285). De Raad oordeelt hierin dat de keuze voor de vereenvoudigde of de gewone procedure moet steunen op een eigen motivering van de vergunningverlenende overheid.


Gewone of vereenvoudigde procedure

In de zaak vorderen de belanghebbenden de nietigverklaring van een omgevingsvergunning voor het realiseren van een studentenhuisvestingsproject. Dit vereiste een aanpassing van het bestaande gebouw en functiewijziging van ‘hotel’ naar ‘studentenhuisvesting’. De vergunningverlenende overheid had, zo wierpen de belanghebbenden op, ten onrechte de vereenvoudigde vergunningsprocedure gevolgd.

Naast de vereenvoudigde procedure staat namelijk de gewone vergunningsprocedure (artikel 17 §1 OVD). De gewone vergunningsprocedure is steeds het uitgangspunt.

Beoordeling

De keuze voor de vereenvoudigde procedure in deze zaak is volledig gesteund op het standpunt van de aanvrager hierover. De vergunningverlenende overheid kwam op basis daarvan tot de conclusie dat de aanvraag uitsluitend betrekking had op vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen. Bovendien waren de handelingen in overeenstemming met de bepalingen van een gemeentelijk RUP. Hierdoor zou de vereenvoudigde procedure van toepassing zijn (artikel 13, 1° a) OVB).

Het project zelf had echter betrekking op het geheel wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed met het oog op een nieuwe functie. Omdat de bruto grondoppervlakte hierbij meer dan 500 m2 omvatte, is het uitdrukkelijk uitgezonderd van de toepassing van de vereenvoudigde procedure (artikel 13, 1° b) 6) OVB).

Motivering

In zijn oordeel benadrukt de Raad dat een integrale overname van het standpunt van de aanvrager over de procedurekeuze niet volstaat. De vergunningverlenende overheid is verplicht om hier een eigen beoordeling over te maken. Het simpelweg overnemen van standpunten en adviezen van bijvoorbeeld de aanvrager is niet voldoende.

Deze uitspraak ligt volledig in lijn met de vaststaande rechtspraak van de Raad met betrekking tot het voorwerp van de aanvraag. De Raad verwacht een kritisch en grondig onderzoek naar het werkelijk voorwerp van de vergunningsaanvraag. De vergunningverlenende overheid mag zich hierbij niet enkel baseren op de kwalificatie die de aanvrager zelf heeft gedaan (RvVb 8 juli 2021, nr. RvVb-A-2021-1185; RvVb 21 oktober 2021, nr. A-2122-0151; RvVb 17 februari 2022, nr. RvVb-A-2122-0479). De Raad verwacht een eigen beoordeling van de vergunningverlenende overheid dus ook bij de procedurekeuze.


Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over de gewone en de vereenvoudigde procedure vinden onze klanten in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag zeker een demo aan!