Op 6 november 2023 stelden de minister van Omgeving en de minister van Binnenlands Bestuur de Handreiking Vooroverleg voor. Met deze handreiking wil Vlaanderen de gemeenten inspireren om een goed vooroverleg te organiseren. Zo bevat het handvaten en tips om een vooroverleg voorafgaand aan een omgevingsvergunningsprocedure goed te laten verlopen. Het richt zich dan ook tot vergunningverlenende overheden én aanvragers van omgevingsvergunningen.

Waarom deze handreiking?

Vlaanderen heeft een verdichtingsopgave. Tegen 2040 komen er 300.000 gezinnen bij die ruimte nodig hebben om te wonen, te werken en te ontspannen. Daarnaast wil Vlaanderen ook een bouwshift realiseren. Ze houdt daarbij rekening met onder meer gezinsverdunning, kwalitatief betaalbaar wonen en de nood aan publiek toegankelijke ruimte. Bij bouwprojecten is er dan ook nood aan een goede afstemming tussen aanvragers en vergunningverlenende overheden.

Een goed vooroverleg leidt namelijk tot:

  • een makkelijkere omgevingsvergunningsprocedure
  • een groter draagvlak
  • meer kwaliteitsvolle projecten

Bij een vooroverleg toetsten de betrokkenen aldus de visie over een vergunningsplichtig project af.

Hoe bereid je een vooroverleg voor?

Een goede voorbereiding zorgt voor een beter overleg en laat ruimte voor onderhandeling. De gemeente kan zich voorbereiden door na te denken over het gewenste lokale ruimtelijke beleid. Ze moet daarbij transparant zijn over het beleid over verdichting, groenblauwe dooradering van kernen en het vrijwaren van open ruimte.

Ook de toekomstige aanvrager heeft baat bij een goede voorbereiding van zijn aanvraag. Zo moet de aanvrager al een duidelijk beeld hebben over het gewenste project met aandacht voor:

  • een voorstel van programma en mogelijke inplanting
  • een omgevingsanalyse
  • de toetsing aan de geldende regelgeving en beleidsdoelstellingen

Wie zit er mee aan tafel?

Door de complexiteit van het omgevingsrecht draagt het juiste expertiseniveau aan tafel brengen bij tot een goed vooroverleg. Aanvragers en gemeenten kunnen dan ook op maat van het project beroep doen op de kennis van experten. Enkele mogelijkheden:

  • een architect met erfgoedervaring of een erfgoeddeskundige bij een project met erfgoed
  • gemeenten werken samen met andere gemeenten die een bepaalde expertise in huis hebben
  • de expertenpool ‘verdichting’ via het departement Omgeving en het Agentschap Binnenlands Bestuur

Heb je het al over stedenbouwkundige voorwaarden en lasten?

Tijdens het vooroverleg kan de gemeente al stedenbouwkundige voorwaarden en lasten uitspreken. De gemeente bewaakt met name steeds de goede ruimtelijke ordening door duidelijke grenzen te stellen in de dialoog met de aanvrager. Zo kan de aanvrager hier al rekening mee houden in het aanvraagdossier.

Wanneer er beleid bestaat over de stedenbouwkundige lasten communiceert de gemeente hier ook transparant over.

Wat met het college van burgemeester en schepenen?

Het vooroverleg mag geen afbreuk doen aan de rol van de gemeentelijke omgevingsambtenaar als de onafhankelijke regisseur van het proces. Toch kan bij bepaalde dossiers een voorafgaande afstemming met het college van burgmeester en schepenen.

Daarbij is het belangrijk te waken over de onafhankelijkheid van iedere actor. Zo is de omgevingsambtenaar de expert gericht op het maken van afwegingen vanuit het algemeen belang. Daarnaast blijft het college een politiek orgaan met een politieke verantwoordelijkheid voor het uitstippelen van het ruimtelijk beleid.

Meer bouwstenen voor een goed vooroverleg lees je in de Handreiking vooroverleg.