Het plaatsen van een afsluiting is (zoals elke constructie) principieel vergunningsplichtig (artikel 4.2.1, 1° VCRO). Maar de vergunningsplicht geldt niet altijd. In een parlementaire vraag van 15 januari 2024 geeft minister van omgeving Zuhal Demir mee waar op te letten.

De parlementaire vraag heeft vooral aandacht voor de mogelijke vrijstellingen die kunnen gelden voor afsluitingen bij woningen. De focus ligt op de afstandsregel bij gesloten afsluitingen. Heeft de bestemming of de kadastrale indeling van percelen daar een invloed op? Het antwoord is eenvoudig: nee.

Volgende vrijstellingen kunnen gelden voor afsluitingen bij woningen:

  1. Open afsluitingen (van draad of draadgaas) tot 2 meter hoog (artikel 2.1, 6° Vrijstellingsbesluit)
  2. Gesloten afsluitingen, wanneer voldaan aan deze voorwaarden:

Gewestplanbestemming en kadastrale indeling

De onderliggende gewestplanbestemming verandert normaal gezien niets aan de mogelijkheid om deze vrijstelling te laten gelden (artikel 4.4.1 §3, 2° VCRO). Dit op voorwaarde dat de op het perceel aanwezige gebouwen of constructies hoofdzakelijk vergund zijn. Je moet verder wel nog letten op de algemene voorwaarden bij vrijstellingen. Een vrijstelling geldt namelijk niet wanneer deze strijdig is met (artikel 1.4 Vrijstellingsbesluit):

  • een gemeentelijk RUP
  • BPA
  • minder dan 15 jaar oude verkavelingsvergunning

Verder stelt de minister dat er geen verplichting bestaat om afsluitingen op hetzelfde kadastrale perceel in te planten. Kadastrale percelen kunnen namelijk een grillig verloop kennen. Ze kan dus ook gelden bij verschillende kadastrale percelen van dezelfde eigenaar.