De nieuwe Hemelwaterverordening trad op 2 oktober 2023 in werking. Sindsdien kwamen er al heel wat vragen over de juiste toepassing van deze nieuwe verordening. Bijvoorbeeld in het kader van zorgwonen. Deze vragen bereikten ook het Vlaams Parlement (Vr. en Antw. Vl.Parl. Vr. nr. 46, 13 oktober 2023 (K. SCHRYVERS antw. Z.DEMIR)). Geldt de Hemelwaterverordening bij een zorgunit? En geldt de mogelijkheid op uitzonderingen bij een meldingsprocedure?

Deze opinie belicht het meldingsplichtig zorgwonen in verhouding met de Hemelwaterverordening.

Zorgunit

Zorgwonen is sinds een aantal jaren meldingsplichtig wanneer de zorgwoning beantwoordt aan de voorwaarden in artikel 4.2.4 VCRO. Er zijn 3 vormen van meldingsplichtig zorgwonen mogelijk:

  1. inpandig of binnen het bestaande bouwvolume van een hoofdzakelijk vergunde woning
  2. een bestaand, hoofdzakelijk vergund vrijstaand bijgebouw
  3. een zorgunit of tijdelijke, verplaatsbare constructie in de nabijheid van de woning

Een van de voorwaarden voor een zorgunit is dat de afvoer van het afvalwater aansluit op de bestaande waterafvoer van de woning. Ook de noodzakelijke nutsvoorzieningen takken aan op de bestaande nutsvoorzieningen.

Zoals het begrip zelf bevestigt, is hier sprake van een meldingsplicht. Wanneer een burger voldoet aan de voorwaarden volgt dan ook een melding en geen omgevingsvergunningsaanvraag. Dit betekent dat wanneer een burger toch een aanvraag voor een omgevingsvergunning indient, de aanvraag onontvankelijk is. Deze opinie staat los van de hypothese over het onlosmakelijk verband en de gezamenlijke vergunningsaanvraag.

Hemelwaterverordening

De Hemelwaterverordening geldt onder meer bij het bouwen of herbouwen van overdekte constructies (artikel 4 Hemelwaterverordening). Of deze handelingen vergunningsplichtig zijn of niet is niet van belang. De Hemelwaterverordening staat alzo los van de vergunningsplicht, meldingsplicht of vrijstellingen.

Voor de creatie van een verplaatsbare zorgunit is de verordening volgens de minister dus van toepassing. Toch volgt hier de bedenking dat een burger een zorgunit niet altijd bouwt. Bouwen betekent volgens het Groot Woordenboek van Dale namelijk (iets) uit materialen en onderdelen tot een geheel samenvoegen. Een zorgunit wordt echter ook in zijn geheel geplaatst (bijvoorbeeld een woonwagen) en niet altijd gebouwd. Om enige verwarring te voorkomen, had de verordening duidelijker geweest door ook het begrip plaatsen toe te voegen.

Daarnaast geldt de verordening alleen voor verbouwingen met werken aan de afwatering. Dit zijn werken waarbij de afvoer van afvalwater en hemelwater ingrijpend wijzigt. De minister bevestigt daarom dat de verordening bij het creëren van een (inpandige) zorgwoning (in een bestaand vrijstaand bijgebouw) alleen geldt bij de uitvoering van werken aan de afwatering. Bij het veranderen van de interne afvoeren van de keuken en badkamer, geldt de Hemelwaterverordening aldus niet.

Uitzonderingsmogelijkheid

Tot slot volgt in het parlement de vraag of een burger bij de melding beroep kan doen op artikel 12 Hemelwaterverordening. Het bestuur kan bij de beoordeling van een omgevingsvergunningaanvraag namelijk uitzonderingen op de verplichtingen van de Hemelwaterverordening goedkeuren.

Bij een melding voor stedenbouwkundige handelingen heeft het bestuur evenwel maar een beperkte beoordelingsvrijheid (artikel 111 OVD). Het kan en mag alleen onderzoeken:

  1. het meldingsplichtige karakter van de handeling
  2. het niet-verboden karakter van de handeling volgens artikel 4.2.2 §1 VCRO en artikel 4.2.4 VCRO

Bovendien heeft artikel 12 Hemelwaterverordening het alleen over de beoordeling van de omgevingsvergunningsaanvraag. Het zwijgt stil over de melding. Uitzonderingen goedkeuren op de Hemelwaterverordening zijn bij een meldingsprocedure dan ook niet mogelijk volgens de minister.

Frappant is dat de minister voorstelt dat wanneer de burger zich wil beroepen op de uitzonderingsmogelijkheid, hij een vergunningsaanvraag moet indienen. Deze opinie begon met dat wanneer een zorgwoning beantwoordt aan de voorwaarden, de meldingsplicht geldt. Het is met andere woorden een plicht. Er bestaat dus geen keuzerecht tussen een melding en een omgevingsvergunning.

Dit betekent dat een burger voor een meldingsplichtige zorgunit, waarvoor de Hemelwaterverordening geldt, aan het bestuur nooit een afwijking kan vragen. Volgens het advies van de SARO bij de totstandkoming van de nieuwe verordening is dit een tekortkoming.

Handhaving

De antwoorden van de minister leiden in deze opinie trouwens nog tot bijkomende vragen. Wat als de burger na de melding voor het plaatsen van een zorgunit zelf afwijkt van de Hemelwaterverordening? Is er dan sprake van een stedenbouwkundig misdrijf op basis van artikel 6.2.1, 2° VCRO?

Ik vrees in elk geval dat de handhaver ruimtelijke ordening hier zal botsen op artikel 4.4.1 §2 VCRO. Deze bepaling zegt letterlijk dat de creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4 VCRO niet afwijkend wordt beschouwd met stedenbouwkundige voorschriften. Behalve wanneer de voorschriften de creatie van een zorgwoning uitdrukkelijk verbieden. Hoewel de regelgever vooral voor ogen had een zorgwoning mogelijk te maken bij zonevreemde woningen, is de uitzonderingsbepaling in de VCRO ruimer omschreven. Ook de bepalingen van de Hemelwaterverordening zijn namelijk stedenbouwkundige voorschriften.

Artikel 4.4.1 §2 VCRO lijkt bij de totstandkoming van de verordening dan ook door de mazen van het net geglipt…