Groen licht voor vrijwillige stopzettingsregeling varkenshouderijen

De Vlaamse overheid heeft een vrijwillige stopzettingsregeling voor varkensbedrijven uitgewerkt. Die moet zorgen voor een algemene afbouw van de varkensstapel en daarmee een afbouw van ammoniakuitstoot tegen 2030. De Europese Commissie en de Vlaamse Regering hebben nu toestemming gegeven. Het zal dus mogelijk zijn om de vraag tot stopzetting van varkensbedrijven te organiseren. Alle varkenshouderijen (KMO’s) met een impactscore hoger dan 0,5% komen in aanmerking. Bedrijven die in aanmerking komen en gekend zijn bij de VLM op basis van de Mestbankaangifte 2022 (productiejaar 2021), zal VLM zo snel mogelijk informeren. Landbouwers die geen mail of brief ontvangen van VLM en op basis van een eigen impactscoreberekening vermoeden dat ze in aanmerking komen, kunnen zich ook kandidaat stellen.

Minder ammoniakuitstoot tegen 2030

Met een totaalpakket aan maatregelen wil Vlaanderen de stikstofuitstoot kleiner maken. Zo wil Vlaanderen de milieudoelstellingen halen en een vergunningsstop voor alle bedrijven voorkomen (lees onder meer RvVb vernietigt vergunning op grond van stikstoftoename uit verkeer).

Die maatregelen zijn beschreven in de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS).

Eén van de doelen is om het aantal varkens met 30% te verminderen tegen 2030 en via een oproep tot stoppen de uitstoot van ammoniak sterk terug te dringen in Vlaanderen. De overheid geeft een vergoeding voor de stopzetting van varkensbedrijven met de hoogste impact op de habitats en soorten binnen de aangeduide speciale beschermingszones. Ook worden de bijbehorende nutriëntenemissierechten opgezegd.

Vrijwillige stopzettingsregeling varkenshouderijen

Op 24 juni 2022 keurde de Vlaamse Regering het ontwerpbesluit principieel goed. Na die principiële goedkeuring meldde de regering de steunregeling bij de Europese Commissie, omdat dit staatssteun is.

Zowel de Europese Commissie als de Vlaamse Regering hebben nu inhoudelijk groen licht gegeven voor de stopzettingsregeling en voor de organisatie van een uitnodiging. De startdatum voor het indienen van dossiers wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt, na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit. De periode van indiening duurt 30 dagen. Landbouwers kunnen nu al kennis nemen van de ontwerpregeling van de vrijwillige stopzetting en kunnen de afweging maken of ze wel of niet willen instappen.

Landbouwers die willen instappen, kunnen zich al voorbereiden. Ze kunnen zich informeren, de nodige documenten inzamelen en afspraken maken met belanghebbenden die de aanvraag moeten ondertekenen.

Welke varkensbedrijven komen in aanmerking voor de uitnodiging?

Alle uitbaters van varkensbedrijven met een impactscore hoger dan 0,5%, mogen een aanvraag indienen. Varkensstallen van gemengde bedrijven komen ook in aanmerking. De exploitatie van het bedrijf mag nog niet stopgezet zijn op het moment van de aanvraag.

Als VLM vaststelt dat varkenshouders een impactscore van meer dan 0,5% hebben, informeert VLM dit via e-mail. Landbouwers zonder emailadres ontvangen een brief. Uitbaters die geen schrijven hebben ontvangen maar wel denken in aanmerking te komen, kunnen zelf aantonen via de impactscoretool dat ze een impactscore hebben hoger dan 0,5%.

Wie krijgt een vergoeding? ​

Varkenshouders die in aanmerking komen voor de steunregeling en zich kandidaat stellen kunnen een vergoeding ontvangen. De vergoedingen zijn beschikbaar tot zover het budget strekt. Exploitaties met een hogere impactscore zullen een hogere rangschikking krijgen. Zij kunnen als eerste een vergoeding krijgen. Zo behaalt de actie een maximale beperking van ammoniakuitstoot en dus een positieve impact op de natuur.

Als de uitbater de stallen ook zal slopen, telt de impactscore dubbel voor de rangschikking. De vergoedingen zijn afhankelijk van de diercategorie, de ouderdom van de stallen en van de dieraantallen van 2021, aangegeven in de Mestbankaangifte van 2022.

Alle informatie over de regeling vindt u terug op de website van de VLM.

Bron: VLM: Varkensbedrijven met hoogste stikstofimpact op natuur kunnen eerder stoppen