Op 20 oktober 2025 publiceert het Vlaams Parlement een schriftelijke vraag en antwoord over de verkavelingsvergunningsplicht bij groepswoningbouw (Vr. en Antw. Vl.Parl., Vr. nr. 1029, 14 juli 2025 (L. PEETERS, antw. J. BROUNS).
Parlementaire vraag
Aan de minister van Omgeving werd afgelopen zomer gevraagd naar de verkavelingsvergunningsplicht bij groepswoningbouw zonder de creatie van nieuwe of aparte kavels. Er blijkt vraag naar duidelijkheid over de verkavelingsplicht wanneer het te bebouwen perceel in handen blijft van één vereniging van mede-eigenaars. Met eventuele deelverenigingen van mede-eigenaars in geval van grote projecten.
Daarvoor verwijst de vraag naar een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 13 februari 2025 (nr. A-2425-0513). De Raad oordeelt dat voor de verkavelingsvergunningsplicht een louter feitelijke verdeling van de grond niet volstaat. Volgens de definitie in artikel 4.1.1, 14° VCRO is namelijk ook de intentie vereist om die feitelijke verdeling juridisch vorm te geven door de gecreëerde kavels over te dragen of een dergelijke overdracht aan te bieden.
De hamvraag is dan ook of de verkavelingsvergunningsplicht afhankelijk is van zakenrechtelijke intenties en keuzes.
Antwoord
De minister van Omgeving verduidelijkt dat de verkavelingsvergunningsplicht niet geldt wanneer een
perceel onverdeeld blijft en er geen intentie bestaat om een bepaald deel van de grond afzonderlijk:
- te verkopen
- of te verhuren voor meer dan 9 jaar
- of te bezwaren met een opstal- of erfpachtrecht.
Met andere woorden activeert de loutere bouw van meerdere appartementsgebouwen op eenzelfde onverdeeld perceel niet automatisch de verkavelingsplicht. In het bovenvermeld arrest was er alleen een intentie om de appartementen of wooneenheden met bijhorende aandelen in de gemeenschappelijke delen over te dragen of voor overdracht aan te bieden.
Een louter feitelijk verdeling van de grond volstaat dus niet volgens de definitie van verkavelen in artikel 4.1.1, 14° VCRO. Evenmin heeft de aanleg van gemeentewegen tussen de verschillende wooneenheden een invloed op de verkavelingsplicht.
De minister sluit het antwoord af met de mededeling dat hij momenteel bekijkt of en hoe hij de regelgeving moet verduidelijken.