Wanneer er bij de aanvraag van een omgevingsvergunning een aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing is van een gemeenteweg, is er een gemeenteraadsbeslissing vereist. Zijn er gevolgen voor de gemeenteraadsbeslissing als het college van burgemeester en schepenen of de deputatie die omgevingsvergunning weigert of wanneer de Raad voor Vergunningsbetwistingen ze vernietigt?

Is de gemeenteraadsbeslissing eeuwigdurend?

Wanneer het bestuur een omgevingsvergunning weigert of de Raad een omgevingsvergunning vernietigt, is de reeds bestaande gemeenteraadsbeslissing omtrent de zaak van de wegen (althans voorlopig) onuitvoerbaar.

Kan je dan een gemeenteraadsbeslissing hergebruiken als je het vergunningsplichtige luik opnieuw opstart?

Vóór het Gemeentewegendecreet leek het antwoord alvast negatief. Zo oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen alleszins dat het dan niet mogelijk is om de gemeenteraadsbeslissing over de zaak der wegen te hergebruiken bij een nieuwe aanvraag (RvVb 13 januari 2022, nr. RvVb-A-2122-0345).

Ook de Raad van State gaf dat eerder aan. Het besluit van de gemeenteraad over een zaak der wegen heeft volgens haar een verordenend en autonoom karakter. Dat is dus niet zomaar een voorbereidende handeling voor de later af te leveren omgevingsvergunning (RvS 17 december 2015, nr. 233.274). Uit de bewoordingen van het destijds geldende artikel 4.2.17 §2 VCRO bleek een hergebruik van een eerdere gemeenteraadsbeslissing volgens de Raad echter niet nodig (RvS 17 december 2015, nr. 233.274).

Die visie lijkt vandaag enigszins gewijzigd.

Zo geeft het Departement Omgeving aan dat als de nieuwe aanvraag geen essentiële wijzigingen bevat die impact hebben op de wegen, de gemeenteraadsbeslissing kan hergebruikt worden (zie FAQ Gemeentewegendecreet voor het Omgevingsbeleid).

De gemeenteraadsbeslissing maakt een reglementaire akte uit die in principe haar rechtskracht behoudt wanneer zij niet wordt vernietigd.

Let op: tekst loopt door onder afbeelding.

Schulinck Omgevingsrecht

Schulinck Omgevingsrecht maakt het navigeren door regelgeving binnen het omgevingsrecht eenvoudig en efficiënt.

Eeuwigdurend is niet zonder risico?

Ongetwijfeld zal dat hergebruik van de gemeenteraadsbeslissing voor een vermindering van de administratieve last zorgen. Een geweigerde of vernietigde vergunning kan dan hersteld worden bij een nieuwe gewijzigde aanvraag van een omgevingsvergunning. Dit samen met het hergebruik van de gemeenteraadsbeslissing.

Toch is er ook een risico.

Wanneer de gemeenteraadsbeslissing over de zaak van de wegen steeds overeind blijft, kan een aanvrager geconfronteerd worden met goedgekeurde rooilijnplannen van projecten die niet meer uitgevoerd worden. Net zoals oude buurtwegen een onverwachte spelbreker kunnen vormen in vergunningsdossiers, kunnen goedgekeurde gemeentelijke rooilijnplannen van niet uitgevoerde projecten, toekomstige projecten wel eens dwarsbomen. Ook hier zal een besluit tot opheffing van de gemeenteweg nodig zijn alvorens de omgevingsvergunning kan verleend worden (artikel 8 GWD).

Een gemeenteraadsbeslissing over de zaak van de wegen heeft een verordenend karakter en kan altijd opgeheven worden.

Wat zijn de oplossingen?

Lokale besturen proberen aan deze euvels een mouw aan te passen door bijvoorbeeld voorwaarden op te nemen in de gemeenteraadsbeslissing omtrent de zaak van de wegen.

Zo kan de gemeenteraadsbeslissing bijvoorbeeld vermelden dat het rooilijnplan nietig is wanneer het lokaal bestuur de omgevingsvergunning weigert. Dergelijke werkwijze lijkt  de Raad van State ook te bevestigen (RvS 25 februari 2025, nr.262.510). Zo geeft hij aan dat een gemeenteraadsbeslissing in dergelijke hypothese geen uitwerking kan hebben en vernietigt hij de betrokken gemeenteraadsbeslissing voor de duidelijkheid in het rechtsverkeer.

Toch is ook deze oplossing niet zaligmakend. Het rechtsverkeer is wel opgekuist maar de teloorgang van de ene beslissing moet niet meer noodzakelijk de ondergang van de andere betekenen. Zoals reeds eerder vermeld, kan het bij ongewijzigde wegeniswerken opportuun zijn om de gemeenteraadsbeslissing aldus te behouden voor hergebruik.

Het Departement Omgeving adviseert eveneens om de gemeenteraadsbeslissing formeel in te trekken (zie FAQ Gemeentewegendecreet voor het Omgevingsbeleid)). Die “intrekking” is echter te beschouwen als een opheffing van de gemeenteraadsbeslissing. Bestuurshandelingen van reglementaire aard kunnen steeds worden ingetrokken. De overheid is voor de toekomst ook niet ingeperkt in zijn bevoegdheid door die opheffing. De beleidsvisie kan immers steeds wijzigen en de beslissing kan dus ook opnieuw genomen worden.

Om duidelijkheid te creëren is het publiceren van de niet opgeheven reglementaire gemeenteraadsbeslissingen op de website van het lokaal bestuur dan ook van belang (artikel 286 Decreet Lokaal Bestuur).

Ten slotte kan het gemeentelijk wegenregister mogelijks ook soelaas bieden. De lokale besturen kunnen rooilijnplannen in dat register registreren (artikel 37 §1-§2 GWD). Het zorgvuldig beheren van dat register, voorkomt aldus om voor onaangename verrassingen te komen staan.