Eens vergund blijft de verkaveling, behoudens verval, als toetsingskader gelden. Zelfs ouder dan 15 jaar kunnen ze als vergunningsgrond blijven doorwerken. Ook kan je, en moet je, in bepaalde gevallen de bestaande (oude) verkaveling bijstellen. Al bleef tot voor kort regelmatig de vraag of je ook loten mag toevoegen aan een bestaande verkaveling.

Reglementair karakter

De aard van verkavelingen is tweeledig. Enerzijds heeft de verkaveling een individueel karakter. Een voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden heft immers het wettelijke verkavelingsverbod op. Zie artikel 4.2.15 §1 VCRO.

Daarnaast beschikt een verkaveling ook over een reglementair karakter. Het bevat namelijk voorschriften van reglementaire aard. Die regelen de inrichting van de verkaveling en de manier waarop je de kavels kan bebouwen. Zie artikel 4.2.15 §2 VCRO.

Behoudens verval, blijft het verordenende karakter van de verkaveling gelden. Dat uit zich op verschillende vlakken.

15 jaar oude verkavelingen

De afwijkingsmogelijkheid voor 15 jaar oude verkavelingen doet enigszins afbreuk aan de geldingskracht van verkavelingsvoorschriften. Die zijn immers geen weigeringsgrond meer bij de legaliteitstoets van een aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen. Enkel indien de verkavelingsvoorschriften handelen over een wegenis of openbaar groen blijven ze een weigeringsgrond. Zie artikel 4.3.1 §1, 1°, b) en c) VCRO.

Toch blijft het ook bij oude verkavelingen mogelijk om ze aan te wenden als vergunningsgrond. Zie RvVb 31 augustus 2023, nr. A-2223-1203. Zo kan de aanvrager alsnog profiteren van de verkaveling als toetsingskader.

Let op: tekst loopt door onder afbeelding

Schulinck Omgevingsrecht

In het complexe landschap van het omgevingsrecht biedt Schulinck Omgevingsrecht het overzicht dat u nodig heeft.

Bijstellingen

De noodzaak tot bijstellen is weliswaar minder nijpend door de voormelde afwijkingsmogelijkheid. Zo kunnen stedenbouwkundige handelingen die onverenigbaar zijn met oude verkavelingsvoorschriften eenvoudigweg vergund worden. Een bijstelling is in dat geval niet nodig.

Toch blijft het bestaan van de oude verkaveling nog steeds relevant als je verkavelingsplichtige handelingen wil stellen. Als je dan een van de loten verder verkavelt, is een bijstelling van de bestaande verkaveling nodig. Zie RvS 23 maart 2021, nr. 250.183; RvVb 15 juli 2021, nr. A-2021-1206; RvVb 19 mei 2022, nr. A-2122-0764.

In elk geval beperkt de bijstelling zich tot de oorspronkelijke contouren van de bestaande verkaveling.

Alles heeft zijn grenzen

De vraag rijst dan in hoeverre men de bestaande verkaveling kan en mag aanpassen via de bijstelling. Is het bijvoorbeeld mogelijk om een bestaand lot uit te breiden naar gronden buiten de verkaveling gelegen?

Decreet, noch parlementaire voorbereiding lijkt daarop een uitdrukkelijk antwoord te geven (zie artt 84, 85 en 86 OVD). Al strekt de bijstelling uit zijn aard wel enkel tot de bij te stellen verkaveling. Dan kan je logischerwijze redeneren dat de bijstelling beperkt is tot de contouren van de bestaande verkaveling. Zie ook FAQ Verkavelingsplicht.

Ook de rechtspraak bevestigt dit nu uitdrukkelijk. Al gaat het om een overtollig motief en ten aanzien van oud artikel 4.6.7 VCRO. Zie RvVb 5 juni 2025, nr. A-2425-0885.

In dat dossier oordeelde de Raad over een verkavelingswijziging uit 2011. Die wijziging voegde enkele loten toe aan een verkaveling. Die bewuste loten waren in eerste instantie bij het verlenen van de oorspronkelijke verkavelingsvergunning uit de vergunning gesloten. De RvVb verwijst daarbij naar het destijds geldende artikel 4.6.7 VCRO. Zo redeneert de Raad dat je via een wijzigingsvergunning enkel de delen binnen de bestaande verkaveling kan wijzigen.

Rekening houdend met de gelijkluidende bepalingen vandaag kan de relevantie van het arrest alleszins niet onderschat worden. Een bijstelling van een (oude) verkaveling blijft mogelijk. Soms is het verplicht. Maar in elk geval beperkt de bijstelling zich tot de oorspronkelijke contouren van de bestaande verkaveling.