Op 15 april 2024 treden de veranderingen aan de planbatenheffing in de artikelen 2.6.4 – 2.6.19 VCRO en het Planbatenbesluit in werking. Zo krijgt het Planbatenbesluit een nieuw hoofdstuk I/1 over de procedurele en inhoudelijke onderdelen van het meerwaarderamings- en meerwaarderapport. Dit nieuwsbericht verduidelijkt enkele belangrijke begrippen.

Planbatenheffing

De planbatenheffing is een belasting op de meerwaarde van een perceel door een bestemmingswijziging via een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Een voorbeeld hiervan is de herbestemming van landbouwgebied naar woongebied. De planbatenheffing gaat daarbij uit van de vermoede meerwaarde door herbestemming op basis van de oppervlakte van de bestemmingswijziging op het perceel. Dit is de bij het kadaster gekende oppervlakte.

Meerwaarderamingsrapport

Een gemeente kan de landcommissie vóór de definitieve vaststelling van een gemeentelijk RUP vragen om een meerwaarderamingsrapport op te maken. Dat meerwaarderamingsrapport bevat een berekening van de vermoede meerwaarde op planniveau. Daarbij kijkt de commissie dus niet op perceelsniveau. Het houdt dan ook geen rekening met de verwervingswaarde, het tijdstip van verwerving, pacht of erfdienstbaarheden.

Meerwaarderapport

Het meerwaarderapport bevat per perceel de (berekening van de) vermoede meerwaarde. Voor de opmaak ervan bepaalt nieuw artikel 1/4 Planbatenbesluit dat de gemeente uiterlijk 30 dagen na de definitieve vaststelling van een RUP de volgende gegevens aan de landcommissie bezorgt:

  1. het definitieve RUP met de bijbehorende stedenbouwkundige voorschriften
  2. het register van de percelen geraakt door een bestemmingswijziging die aanleiding kan geven tot een planbatenheffing
  3. de kadastrale gegevens van deze percelen
  4. voor ieder perceel het huidige bestemmingsgebied met de stedenbouwkundige voorschriften en de erfdienstbaarheden tot openbaar nut
  5. alle andere gegevens waarover de gemeente beschikt die nodig zijn om het meerwaarderapport op te maken

Vermoede meerwaarde

De vermoede meerwaarde is tot slot het verschil tussen de eigenaarswaarde vóór en na de bestemmingswijziging. Daarbij maakt de regelgever komaf met de forfaitaire bedragen in (binnenkort oud) artikel 2.6.10 VCRO. Voor de uiteindelijke planbatenheffing verdeelt de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) de meerwaarde in 2 schijven:

  1. eerste schijf: meerwaarde lager of gelijk aan 250.000 euro = belast tegen 25 procent
  2. tweede schijf: meerwaarde hoger dan 250.000 euro = belast tegen 50 procent