Goed bermbeheer is noodzakelijk voor de instandhouding van fauna en flora. Bermen hebben namelijk een belangrijke landschappelijke en ecologische waarde. Ze zijn een natuurlijke habitat voor heel wat dieren en insecten.

Een bermbeheerbeleid vormt de basis voor goed bermbeheer op lokaal niveau. Gemeentebesturen beschikken over een grote autonomie voor het voeren van een bermbeheerbeleid, mede omdat de regelgeving vandaag versnipperd is in 2 instrumenten. Enerzijds zijn er de “oude” bermbeheerplannen en anderzijds de “nieuwe“ natuurbeheerplannen. Wat nu precies het verschil is en hoe die zich verhouden tegenover elkaar leest u in dit artikel.

Bermbeheerplan

Bijna 1 op de 3 Vlaamse gemeenten zijn in het bezit van een bermbeheerplan (Vr. en Antw. Vl. Parl. 2020-2021, Vr. nr. 2943, 24 mei 2022 (G. DE VROE antw. Z. DEMIR)). Zo’n plan biedt mogelijkheden om af te wijken van het Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen van 27 juni 1984 (Bermbesluit).

Dat Bermbesluit bepaalt dat alle publiekrechtelijke rechtspersonen die bermen beheren, en dus ook bv. gemeenten en intercommunales, volgende maatregelen moeten treffen ter bescherming van de ecologische waarde van bermen langs wegen, waterlopen en spoorwegen:

  • het maaien van met gras begroeide bermen kan ten vroegste 15 juni en 15 september voor een eventuele 2de maaibeurt
  • het maaisel moet verwijderd worden binnen de 10 dagen (artikel 3 Bermbesluit)
  • ondergrondse plantendelen en houtachtige gewassen mogen niet worden beschadigd bij het maaien (artikel 5 Bermbesluit)

Een bermbeheerplan kan uitzonderlijk afwijken van deze regels in het kader van natuurbehoud en verkeersveiligheid mits toestemming van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) (artikel 4 Bermbesluit). Bijvoorbeeld door het verschralen bij voedselrijke bermen om de bloemenrijkdom te vergroten (Vr. en Antw. Vl. Parl. 2019-2020, Vr. nr. 2462, 17 juni 2020 (P. DE BRUYN antw. Z. DEMIR) of het onderdrukken van vergrassing ten voordele van kruiden en variatie aan de vegetatiestructuur (Vr. en Antw. Vl. Parl. 2019-2020, Vr. nr. 789, 19 juni 2020 (P. DE BRUYN antw. Z. DEMIR). Een wettelijke basis voor het opmaken van dergelijk plan is er niet. Via de ‘Samenwerkingsovereenkomst Natuur’ was het wel mogelijk om subsidies te krijgen voor het opstellen van bermbeheerplannen.

Het toepassingsgebied van het Bermbesluit is beperkt tot de bermen in landelijke ruimte, zijnde geen beboste of stedelijke gebieden. Dit betekent niet dat belangrijke bermen (bv. oevers van rivieren) lopend door een bebouwd gedeelte niet (overeenkomstig het bermbesluit) kunnen beheerd worden. De bermbeheerder zal voor het bermgedeelte in kwestie moeten nagaan of het een landelijk dan wel een stedelijk gebied betreft (Omzendbrief Bermbesluit).

Deze ruimtelijke beperking vereist evenwel nuancering. Vanuit de zorgplicht (artikel 14 Natuurdecreet), om steeds ernstige schade aan natuur te voorkomen, beperken of herstellen, geldt bijvoorbeeld ook voor het gebruik van pesticiden op bermen een algemeen verbod op basis van het Pesticidenbesluit van 15 maart 2013. Ook voor stedenbouwkundige handelingen op bermen, zoals het kappen van bomen, moet de vergunningverlenende overheid in de natuurtoets na gaan of er geen vermijdbare schade aan natuur ontstaat en de zorgplicht wordt nageleefd (Vr. en Antw. Vl. Parl. 2020-2021, Vr. nr. 3653, 22 juni 2021 (P. DE BRUYN antw. Z. DEMIR)).

Overigens zal een bermbeheerplan in de praktijk geen vrijgeleide zijn voor een gemeentelijk bermbeheer. De gemeente zal ook de nodige aandacht moeten besteden aan andere aanwezige elementen, zoals de verkeersveiligheid, de grondwaterhuishouding of het voorkomen van wateroverlast. Daarbij moet ze steeds het proportionaliteitsbeginsel of evenredigheidsbeginsel als beginsel van openbaar bestuur in acht nemen (Omzendbrief Bermbesluit advies RvS).

Tot slot behoort de beoordeling van de opportuniteit van een bepaalde vorm van bermbeheer in vergelijking met een andere mogelijkheid van beheer tot de discretionaire bevoegdheid van de wegbeheerder en vergunningverlenend bestuursorgaan (RvVb 7 juni 2016, nr. A/1516/1197).

Natuurbeheerplan

Heden wordt het beheer van bermen geregeld in natuurbeheerplannen. Als een gemeente haar gevoerd bermbeheerbeleid wenst aan te passen of ze nog niet in het bezit is van zo’n beleid dan kan ze dit dus doen via een natuurbeheerplan. Deze plannen organiseren het beheer van bos en natuur om de biodiversiteit te waarborgen. Ze worden ingedeeld in types, naargelang het natuurstreefbeeld en bijhorende subsidieregeling, alsook criteria voor het geïntegreerd natuurbeheer. Bij het beheer van bermen gelden enkele algemene principes:

  • het plan is minstens type 2 bij openbare domeinen
  • afwijkingen van het Bermbesluit kunnen gevraagd worden in het plan
  • voor bepaalde handelingen is een vrijstellingen van vergunning mogelijk

De opmaak van een natuurbeheerplan wordt geregeld in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de natuurbeheerplannen en de erkenning van natuurreservaten van 14 juli 2017 (Besluit natuurbeheerplannen).

Beleid bermbeheer maken of aanpassen?

Concreet betekent bovenstaande informatie dat gemeenten bij het aanpassen van of het maken van hun bermbeheerbeleid zich volgende vragen moeten stellen.

  1. Is de gemeente nog in het bezit van een goedgekeurd bermbeheerplan?
    Dan blijft dit plan gelden voor vergunningen (bv. een omgevingsvergunning het kappen van bomen of een vegetatiewijzing) en organisatie van geplande maaibeurten tot de datum bepaald in het goedkeuringsbesluit. Een overgangsmaatregel voor de omzetting naar een natuurbeheerplan is niet decretaal voorzien.
  2. Heeft de gemeente nood aan (nieuw) beleid omtrent bermbeheer?
    Dan kan de gemeente volgens het Besluit natuurbeheerplannen een natuurbeheerplan opstellen. Mogelijks heeft de gemeente daarbij recht op subsidies.
  3. Is een type 2 natuurbeheerplan niet mogelijk?
    Dan kan de gemeente nog steeds een bermbeheerplan opstellen voor een afwijking van de maairegels in het Bermbesluit, mits toestemming van het ANB. Subsidies zijn in dat geval niet meer mogelijk.

Wilt u direct antwoord op uw vragen?

Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u binnen 2 werkdagen een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord.

Ontdek het zelf via onze database. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan.