Sinds enkele weken zijn de eerste Belgische gemeenten officieel aan de slag met Schulinck Omgevingsrecht, een oplossing van Wolters Kluwer die gemeentediensten voorziet van de juiste juridische informatie. Schulinck Omgevingsrecht bestaat uit een databank die betrokken ambtenaren het antwoord biedt op hun vragen over bijvoorbeeld ruimtelijke ordening en leefmilieu. Als die ambtenaren toch nog vragen of uitleg nodig hebben, kunnen ze terecht bij de juridische experts die ook deel uitmaken van het Schulinck Omgevingsrecht aanbod. Eén van deze experts is Els Pissierssens, die vanaf 4 januari het team gaat versterken.

Welke functie heb jij binnen Wolters Kluwer?

Els: “Ik ben juridisch expert voor Schulinck Omgevingsrecht. Concreet betekent dit onder meer dat ik help de Schulinck kennisdatabank up-to-date houden bij wetswijzigingen en relevante rechtspraak op het vlak van omgevingsrecht. Maar we zorgen ook voor de ondersteuning van steden en gemeenten door te antwoorden op concrete vragen van gebruikers. En we kruipen geregeld in de pen om onze site te spijzen met blogposts over relevante onderwerpen.

Ik versterk hiermee het team van juridisch experts, waar Arnaud en Laura al enige tijd deel van uitmaken. En uit goede bron heb ik vernomen dat ik niet de laatste versterking zal zijn (lacht).

Hoe ben je in deze functie – en bij Wolters Kluwer – terechtgekomen?

Els: “In 2010 ben ik afgestudeerd als Master in de Rechten. De volgende zeven jaar was ik advocaat bij een advocatenkantoor. Maar na zeven jaar begon het te kriebelen om iets nieuws te doen, en toen heb ik gekozen voor een baan bij IGEMO, als jurist en coördinator van de intergemeentelijke Omgevingshandhavingscel. Zo raakte ik gebeten door alles wat met omgevingsrecht te maken heeft. Maar ik werd nog te veel opgeslorpt door alles wat daarrond gebeurde.

Toen ik vorig jaar op LinkedIn de advertentie van Schulinck zag verschijnen, schrok ik: nog nooit was een vacature me zo op het lijf geschreven. Sowieso is omgevingsrecht al een niche waar minder juristen in gespecialiseerd zijn. Maar binnen deze specialisatie 100% mogen focussen op de inhoud en anderen helpen bij het beslissen wat wel en niet kan op basis van het omgevingsrecht, dat was echt iets voor mij. Daarom, ook al was ik uiterst tevreden met de baan die ik toen had, besloot ik me toch kandidaat te stellen. In eerste instantie eerder uit nieuwsgierigheid, maar naarmate we vorderden in het traject, begon ik steeds meer te hopen dat we er toch zouden geraken. Vooral ook omdat het meteen klikte met iedereen die ik sprak. Het versterkte mijn buikgevoel dat dit de juiste beslissing was. ”

Wat spreekt je het meeste aan in de job? Het aanbod? Het unieke van omgevingsrecht? De internationale context?

Els: “De combinatie, natuurlijk (lacht). Hoe meer je over Schulinck hoort en over het succes in Nederland, hoe meer je beseft dat je mee kan bouwen aan iets unieks. Dat je aan de wieg kan staan van zulk project, en je ruime ervaring op het vlak van omgevingsrecht hierbij volop kan inzetten, maakt het toch een bijzondere belevenis.

Ook het feit dat we intens met de Nederlandse collega’s mogen samenwerken, is een meerwaarde voor mij. Ik heb Nederlandse roots, en vele vakanties hebben we dan ook boven de Moerdijk doorgebracht. Mijn ouders hebben zelfs nog een boot liggen in Arnemuiden. Zo is deze nieuwe baan ook een beetje thuiskomen, ja. Maar het is vooral de directe aanpak, zonder omwegen zeggen wat je bedoelt, die ik enorm waardeer bij onze noorderburen. Je weet meteen waar je staat, en dat vind ik erg fijn. Een verademing zelfs.”

Wat vind je fijn in je vrije tijd?

Els: “Dansen! Ik heb zowat mijn hele leven al gedanst. Ik was danslerares tijdens mijn studies, en ook nu dans ik nog erg graag. In verschillende stijlen trouwens: ballet, jazzballet, ragga als het iets heviger mag zijn. Jammer genoeg zijn de fysieke bijeenkomsten nu onmogelijk, en online dansen is helaas niet echt mijn ding. Het is zoals fietsen op rollen in plaats van in openlucht.

Gelukkig houden mijn kinderen me goed bezig, dus dankzij hen mis ik het dansen niet al te veel (lacht).”