Het Grondwettelijk Hof vernietigt met een arrest van 13 februari 2025 (nr. 22/2025) een decreet over de bevoegdheidsuitbreiding van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb).

Bevoegdheidsuitbreiding RvVb

De RvVb heeft sinds 31 december 2024 de bevoegdheid om uitspraken te doen over de beroepen ingesteld tegen RUP’s. Een decreet van 14 juli 2023 maakt de RvVb bevoegd voor de rechtsprekende beroepen tegen RUP’s, stedenbouwkundige verordeningen en voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten. Door deze bevoegdheidsuitbreiding beschikte de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet langer over deze bevoegdheid.

Meer over deze bevoegdheidsuitbreiding kan je nalezen in dit nieuwsbericht.

Vernietiging Grondwettelijk Hof

Het Hof vernietigt nu het decreet van 14 juli 2023. Het stelt vast dat de Grondwet aan de federale wetgever de bevoegdheid voorbehoudt om de samenstelling, de bevoegdheid en de werking van de Raad van State te bepalen (artikel 160 Grondwet). De federale wetgever heeft ook de bevoegdheid om administratieve rechtscolleges op te richten en de bevoegdheden en de procedureregels die gelden voor die rechtscolleges te bepalen (artikel 161 Grondwet).

Daarom is de decreetgever volgens het Hof in beginsel niet bevoegd om bepalingen aan te nemen die beroepen invoeren die men kan instellen bij de RvVb. De RvVb vormt immers een administratief rechtscollege. De decreetgever mag deze beroepen niet onttrekken aan de bevoegdheid van de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak.

Geen marginale weerslag

De decreetgever mag op grond van de impliciete bevoegdheden een decreet aannemen dat een federale aangelegenheid regelt. Echter, dit op voorwaarde dat die bepaling noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn bevoegdheden. Daarnaast moet de aangelegenheid zich lenen tot een gedifferentieerde regeling. Dat decreet mag slechts een marginale weerslag op de federale aangelegenheid hebben.

Volgens het Hof voldoet het bestreden decreet niet aan de voorwaarde over de marginale weerslag. Het decreet zorgt voor een uitbreiding van de bevoegdheid van de RvVb. Het breidt deze bevoegdheid uit tot nietigverklaring en schorsing van administratieve rechtshandelingen tot verordenende rechtshandelingen. Voordien had deze bevoegdheid alleen betrekking op individuele rechtshandelingen. De RvVb is daardoor in essentie bevoegd gemaakt voor het algemene contentieux inzake het omgevingsrecht in het Vlaamse Gewest. Deze bevoegdheid behoorde voordien toe aan de Raad van State.

Volgens het Hof vormt de principiële centralisatie van de bevoegdheid voor jurisdictionele beroepen tot nietigverklaring van verordenende administratieve rechtshandelingen bij de Raad van State een fundamenteel beginsel. Dat beginsel vloeit voort uit artikel 160 Grondwet. De gemeenschappen en de gewesten kunnen daarvan niet afwijken zonder afbreuk te doen aan de voorwaarde over de marginale weerslag op de federale bevoegdheden.