Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van het Handhavingscollege van 19 juni 2025, nr. HHC-M-2425-0030. In dit arrest oordeelt het HHC over het vergunningsplichtig wijzigen van het aantal woongelegenheden bij nieuwe samenlevingsvormen.
Volgens de eigenaar gaat het over het samenhuizen van meerdere personen die feitelijk een gezin vormen. Daardoor gaat het niet over het vergunningsplichting wijzigen van het aantal woongelegenheden (artikel 4.2.1, 7° VCRO).
Wijzigen woongelegenheden
Artikel 4.2.1, 7° VCRO bepaalt dat niemand zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen een woning mag opsplitsen. Men mag ook niet in een gebouw het aantal woongelegenheden, hoofdzakelijk bestemd voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, wijzigen. Dit ongeacht of het gaat om een ééngezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een wel of niet gemeubileerde kamer.
Voor de definitie van het begrip woning verwijst de VCRO (artikel 4.1.1, 16° VCRO) naar de definitie uit de VCW (artikel 1.3 §1 lid 1, 66° VCW). Daarin definieert de decreetgever het begrip woning als elk onroerend goed of het deel ervan, dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.
Begrip gezin
Voor het begrip gezin bevat de VCRO geen definitie. Daarvoor geldt bijgevolg ook de definitie uit de VCW. Een gezin zijn meerdere personen die op duurzame wijze in dezelfde woning samenwonen en daar hun hoofdverblijfplaats hebben (artikel 1.3 §1 lid 1, 19° VCW).
De memorie van toelichting daarbij benadrukt dat men het begrip gezin ruim moet begrijpen. Onder dit begrip verstaat de decreetgever alle duurzame samenlevingsvormen. Personen die niet op duurzame wijze samenwonen in eenzelfde woning vallen daarbij onder het begrip alleenstaande (Parl.St. Vl.Parl. 1996-97, nr. 654/1, 9).
De niet-verordenende Omzendbrief RWO 2011/1 verduidelijkt dat het volgens deze definitie van het begrip gezin kenmerkend is dat de leden van een gezin op bestendige basis duurzaam samenleven. Dat duurzaam samenwonen vereist dat de bewoners:
- uit vrije wil voor kiezen om in één woning samen te wonen en
- gezamenlijk een huishouden te voeren
Daarbij is geen familiaal verband vereist. De vaststelling of bewoners van een pand duurzaam samenwonen vergt een feitelijke beoordeling van de concrete situatie ter plaatse.
Uitspraak Handhavingscollege
Het HHC oordeelt in deze zaak dat het wel degelijk gaat om een gezin:
- vergunde ruime individuele kamers met afzonderlijke badkamer met toilet, lavabo, douche, leef- en slaapruimte en keukenmeubel zonder ingebouwde kooktoestellen
- gemeenschappelijke voorzieningen (leefruimte, volledig ingerichte keuken, ruin, inkom, toilet)
- 1 meter voor gas, water- en elektriciteitsvoorzieningen
- 1 gemeenschappelijke deurbel en brievenbus
- waarbij de bewoners er hun hoofdverblijfplaats en samen 1 huurovereenkomst hebben
Hierbij maakt het geen verschil dat de verhuurder bij het vertrek van één of meerdere bewoners actief zoekt naar een nieuwe bewoner, die de bestaande bewoners op dat ogenblik niet kennen. Dat de personen geen familiale band hebben doet hieraan ook geen afbreuk.
De bewoners kiezen uit vrije wil om tijdens een langere periode samen te wonen in dezelfde woning. Dit met de bedoeling om daarin een gezamenlijk huishouden te voeren. De ruimtelijke indeling en het gebruik van de woning doen niet besluiten dat het gaat over een feitelijke opsplitsing.
Schulinck Omgevingsrecht
Meer informatie over het vergunningsplichtig wijzigen van het aantal woongelegenheden vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.