Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat een arrest van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Nederlandse Raad van State van 15 februari 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:606) over de relativiteitseis in het Nederlandse omgevingsrecht.

Vlaamse rechtsbescherming

Wie een onwettigheid opwerpt tegen een omgevingsvergunning moet aan een paar criteria voldoen. Zo gelden voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) (artikel 35 lid 3 DBRC-decreet):

  • de belangenschade (de belangen van de verzoeker moeten door de onwettigheid zijn benadeeld)
  • de relativiteitseis (de belangen van de verzoeker moeten door de geschonden regel beschermd worden)
  • de attentieplicht (de verzoeker moet de onwettigheid zo snel mogelijk opgeworpen hebben)

In dit kader oordeelde de RvVb vorig jaar nog dat de belangenschade niet geldt bij een gebrekkig openbaar onderzoek. Dat de verzoeker een bezwaarschrift heeft ingediend tijdens dat openbaar onderzoek of zelfs administratief beroep heeft aangetekend, is irrelevant. Het Verdrag van Aarhus zou zich daartegen verzetten (RvVb 2 juni 2022, nr. A-2122-0805).

Nederlandse rechtsbescherming

In een recent arrest komt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Nederlandse Raad van State tot een gelijkaardige conclusie (ABRvS 15 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:606)

De Afdeling oordeelt namelijk dat de relativiteitseis voortaan niet meer geldt voor een schending van de inspraakrechten. De relativiteitseis daarop wel toepassen zou leiden tot een onvolmaakte toegang tot de rechter.

De Afdeling beperkt deze visie wel tot het recht op inspraak in het (nationale) omgevingsrecht.

Waar ligt de grens?

De belangenschade en de relativiteitseis hangen in ieder geval nauw samen. En in die zone vinden ook de Vlaamse en de Nederlandse rechtspraak elkaar.

Samengevat: volgens de RvVb hoeft een verzoeker niet in zijn belangen te zijn geschaad bij een gebrekkig openbaar onderzoek. Volgens de ABRvS hoeft een recht op inspraak dan weer niet specifiek de verzoeker te beschermen. De belangschade en de relativiteitseis spelen in beide gevallen niet.

Belangenschade en relativiteit. Openbaar onderzoek en recht op inspraak. De vraag luidt in ieder geval: “What’s in a name?”. Dat een vergunningsaanvraag volledig en correct openbaar moet gemaakt worden, lijkt in ieder geval het antwoord te zullen zijn.