Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad van State van 31 januari 2025 (nr. 262.199) waarin de Raad bevestigt dat de ruggengraat van een zonevreemd bedrijf zich op de site moet bevinden om te spreken van een bestaand en hoofdzakelijk vergund bedrijf.

De exploitant van een bedrijf met landbouw- en aannemingsactiviteiten vraagt een planologisch attest aan. De Vlaamse Regering vernietigt dit in beroep door de afwezigheid van aannemingsactiviteiten op de site. De aanvrager stelt dat er zich wel een bestaande, hoofdzakelijk vergunde bedrijvigheid op de site bevindt. Ze bewijst dit door een stedenbouwkundige vergunning voor de functiewijziging van een aantal landbouwloodsen naar opslag.

Artikel 4.4.24 lid 1 VCRO bepaalt dat een planologisch attest vermeldt of een bestaand, hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot bedrijf wel of niet behouden kan blijven op de plaats van vestiging. Uit de memorie van toelichting volgt dat hoofdzakelijk vergund betekent dat de aanvrager de vergunningstoestand van het corpus van het bedrijf, de ruggengraat of de core business moet aantonen (MvT VCRO, Parl. St. Vl. Parl., 2008-09, 2011/1, 88).

De Raad oordeelt dat hieruit volgt dat de ruggengraat of core business van het zonevreemde bedrijf zich reeds op de site moet bevinden. Dit om onder het begrip bestaand te kunnen vallen. De Vlaamse Regering vernietigde daarom terecht het planologisch attest. De core business of ruggengraat van het bedrijf bevindt zich niet op de site. Bijgevolg vormt de bedrijvigheid op de site geen “bestaand” en “hoofdzakelijk vergund” zonevreemd bedrijf. De aanvrager probeert via het planologisch attest een rechtsgrond te creëren voor een nieuw zonevreemd bedrijf.

Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over planologische attesten vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.