Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad van State van 3 april 2025 (nr. 262.879). Daarin verduidelijkt de Raad het begrip bouwfysisch geschikt bij zonevreemde functiewijzigingen.

Volgens artikel 2 §3 Besluit Zonevreemde Functiewijzigingen is het toelaten van de meeste zonevreemde functiewijzigingen afhankelijk van het bouwfysisch geschikt zijn van een gebouw of gebouwencomplex. Zo moet een gebouw, niet gebruikt of bedoeld voor de land- en tuinbouw in de ruime zin, voor een zonevreemde functiewijziging naar maximaal één eengezinswoning bouwfysisch geschikt zijn (artikel 5 Besluit Zonevreemde Functiewijzigingen).

Een gebouw of gebouwencomplex is bouwfysisch geschikt voor een nieuwe functie als er uit financieel of bouwtechnisch oogpunt geen ingrijpende werken nodig zijn. Dat betekent dat de realisatie van de nieuwe functie mogelijk is als de bestaande structuur van het gebouw grotendeels wordt benut en gevaloriseerd. Daarbij kan de vergunninghouder het gebouw aanpassen aan hedendaagse comfort-, energie- of milieueisen.

De Raad van State oordeelt dat de vergunningverlenende overheid voor de beoordeling van het ingrijpend karakter van de werken rekening moet houden met alle werken die nodig zijn om de beoogde functie van het gebouw te kunnen realiseren. Ook wanneer die werken ertoe strekken het gebouw aan te passen aan hedendaagse comfort-, energie- of milieueisen.

In deze zaak staan de isolatiewerken niet alleen in functie de van hedendaagse comfort-, energie- of milieueisen. Ze dienen ook om de typisch gedateerde kantine als woning te kunnen gebruiken. De totaliteit van alle werken omvatten dan ook een zeer grondige renovatie waardoor het gebouw niet bouwfysisch geschikt is.

Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over de zonevreemde functiewijziging en het bouwfysisch geschikt zijn vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.