Sinds de jaren 50 is het aantal zomeronweders met zware neerslag bijna verdubbeld. En dat heeft met de klimaatverandering te maken. Onze winters worden natter waardoor ook de kans op overstromingen stijgt. In verschillende gebieden in Vlaamse steden en gemeenten speelt water een belangrijke rol. We zetten de verschillende termen op een rijtje.

Overstromingsgebied 

Volgens het Gecoördineerd Decreet Integraal Waterbeleid (Waterwetboek) is een overstromingsgebied, zoals de term al doet vermoeden, een gebied dat regelmatig al dan niet op gecontroleerde wijze overstroomt of kan overstromen. Het is begrensd door bijvoorbeeld binnendijken of valleiranden en kan een waterbergende functie vervullen.

Signaalgebied 

Signaalgebieden zijn nog niet ontwikkelde gebieden met een harde ruimtelijke bestemming. Ze zijn bestemd om gedomineerd te worden door ruimtebeslag waardoor afwijking hiervan niet mogelijk is. Het gaat dan bijvoorbeeld over woonuitbreidingsgebied of industriegebied. Ze kunnen overstromen of een ‘natuurlijke spons’ vormen door hun specifieke bodem.

In signaalgebieden kan een tegenstrijdigheid bestaan tussen de huidige bestemmingsvoorschriften en het belang van dit gebied voor het watersysteem. Daarom worden deze gebieden proactief onderzocht. Als een signaalgebied ontwikkeld wordt volgens de bestemming maar het risico op wateroverlast stijgt, dan legt de Vlaamse regering een vervolgtraject vast. Daarin bepaalt ze onder andere het verdere ontwikkelingsperspectief. Zo krijgt het gebied bijvoorbeeld een creatieve inrichting binnen de geldende bestemming met extra opgelegde voorwaarden of wordt het herbestemd. Signaalgebieden in Vlaanderen vind je via het Geoloket Water.

Overstromingsgevoelige gebieden

Een overstromingsgevoelig gebied is niet hetzelfde als een signaalgebied of overstromingsgebied. De kaart van overstromingsgevoelige gebieden maakt een onderscheid tussen effectief overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauw), mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauw) en niet-overstromingsgevoelige gebieden.

In een effectief overstromingsgevoelig gebied heeft recent een overstroming plaatsgevonden. Die overstroming werd gemeld. Het gebied heeft volgens modellen een middelgrote kans op overstroming (een herhalingsperiode van 100 jaar). Mogelijk overstromingsgevoelige gebieden daarentegen zijn gebieden die van nature overstromen, zonder dat daar echter een concrete overstroming werd gemeld.

De ligging van een goed in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied heeft gevolgen bij de verkoop of verhuur ervan en is bovendien relevant bij het verlenen van een vergunning. Zo geldt er bij verkoop of verhuur een informatieplicht. De (gedeeltelijke) ligging in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied moet je zowel bij de publiciteit voor verkoop of verhuur als bij de opmaak van de overeenkomst en aktes vermelden. Ook bij het verlenen van een omgevingsvergunning moet er in de waterparagraaf rekening worden gehouden met deze ligging.

Het vermelden waard is dat de omzendbrief LNE/2015/2 richtlijnen bevat voor de toepassing van de watertoets in de effectief overstromingsgevoelige gebieden, om het waterbergend vermogen ook in deze zones te vrijwaren en het overstromingsrisico te reduceren.

Via het Geoloket Water kan je de kaarten met overstromingsgevoelige gebieden raadplegen.

Opgelet: de hierboven vermelde overstromingsgevoelige gebieden mag je niet verwarren met de risicozones voor overstroming. Dit zijn de zones die de federale regering heeft afgebakend in het kader van de natuurrampenverzekering.

Watertoets

De overheid onderzoekt de schadelijke effecten op het watersysteem in de watertoets. De bouw van een woning of een andere constructie kan die schadelijke effecten veroorzaken. Ook plannen die een impact kunnen hebben op het watersysteem zoals ruimtelijke uitvoeringsplannen worden onderworpen aan de watertoets.

In bepaalde gevallen is een advies van de betrokken waterbeheerder nodig. De uitkomst van dit onderzoek resulteert vervolgens in een waterparagraaf die wordt opgenomen in de vergunningsbeslissing of in het plan of programma.

Adviesverleners, vergunningsverleners en planmakende overheden moeten specifieke richtlijnen volgen om de gebieden te beschermen. De webtoepassing watertoets ondersteunt onder andere gemeenten, architecten en bouwers daarbij.

Waterrijke gebieden

We spreken van een waterrijk gebied als een gebied moerassen, vennen, veen- of plasgebieden omvat. De gebieden kunnen natuurlijk of kunstmatig en blijvend of tijdelijk zijn. Ze kunnen ook stilstaand of stromend, zoet, zout of brak water bevatten. Bij eb mag de diepte van een waterrijk gebied niet meer dan zes meter bedragen.

Waterwingebied

In een waterwingebied vergaar je grondwater dat hoofdzakelijk bestemd is voor drinkwatervoorziening. Het is een afgebakend gebied waar kunstwerken of inrichtingen voorzien zijn om grondwater te winnen.

Oppervlaktewaterlichaam 

Een meer, wachtbekken, spaarbekken, stroom, rivier, kanaal, overgangswater of een deel van een stroom, rivier of kanaal noemen we een oppervlaktewaterlichaam. De bodem van zo’n oppervlaktewaterlichaam die altijd of tijdens een groot deel van het jaar onder water staat, noemen we de waterbodem. Ook de bodem van havens, dokken, vijvers, vennen, plassen, sloten, schorren, slikken zijn voorbeelden van waterbodems.

 

De uitgebreide verklaring van deze begrippen én de lijst met alle begrippen, vind je in onze databank.

Kies hier voor een abonnement

Bronnen: